Burgerparticipatie: initiatief bij overheid

    Overheidsparticipatie: initiatief bij burgers

    Netwerkparticipatie: continuïteit in samenwerking zoals burgerplatforms en burgerraden

    elders gevonden citaat:

    Om gezag te verwerven moet een burgerberaad dus (net als de overheid) bekwaam, betrouwbaar en betrokken zijn. Bekwaam: de leden moeten langdurig met elkaar hebben gesproken en veel informatie hebben verkregen en uitgewisseld. Betrouwbaar: leden moeten daadwerkelijk een afspiegeling zijn van identiteiten en meningen. Het moet van tevoren duidelijk zijn wat er met de resultaten gaat gebeuren. En de leden moeten betrokken zijn: er moet een levendige uitwisseling hebben bestaan met het bredere publiek. Het plan van Jetten voorziet daarin, door gewogen loting, door ervaren gespreksleiders in te zetten, door de bijeenkomsten deels te streamen zodat de rest van de bevolking ook mee kan kijken, door uit te spreken dat het parlement het laatste woord zal hebben.’

    zie ook Mijn Burgerberaad en Burgerberaad Academie

    Aantekeningen na bijwonen presentatie van Nanke Verloo over “Struikelen over participatie”

    Vooraf

    1. Besluitvorming over participatie
         a. Waarom, waarover, waartoe scherp formuleren
         b. Niet doen als er weerstand is
         c. Geen democratisch vinkje halen
         d. Geen politieke wil en durf van bestuurders
    2. Aandacht voor lokale geschiedenis participatie van betrokken burgers en relatie tussen betrokken partijen
        a. Emoties uit het verleden herkennen en erkennen
        b. Aandacht voor menselijk contact
        c. Bewustzijn van taal
    3. Besluitvorming over politieke agenda
        a. Niet ontkennen dat politiek inherent is aan proces
        b. Niet depolitiseren voor de schijn
        c. Rol ambtenaren zuiver houden: die zijn vakinhoudelijk, niet voor politieke keuzes
        d. Politieke besluitvormers moeten zichzelf laten zien in proces
    4. Voorbereiden voor de inrichting van het participatieproces
        a. Niet allen goede afspraken wat binnen het participatieproces valt, maar ook wat niet. Totale kader helder maken
        b. Duidelijk maken hoe inbreng wordt meegenomen in besluitvorming: kaders en invloed
        c. En let daarbij op taal
    5. Mogelijkheid voor een ‘terugkoppeling’ naar de opdrachtgever
        a. Heroverweeg als er signalen zijn dat het niet gaat werken

    Tijdens

    6. Aandacht voor de inhoud in plaats van de vorm
        a. Laat de vorm het proces niet afleiden van de inhoud die centraal moet staan
        b. Vorm moet passend zijn met inhoud en participanten
    7. Tussen de sessies: informatievoorziening en terugkoppeling
        a. Volledig, op tijd en transparant

    Na

    8. Vertaling van de inhoud van het participatieproces naar plan- en beleidsvorming
        a. Hou contact met participanten, wees transparant wat er gebeurt met inbreng en waarom, ook las besluitvorming lang op zich laat wachten
    9. De belangrijke rol van de gemeenteraad in besluitvorming
        a. Toezicht houden op kwaliteit inspraak, inbreng en uiteindelijk besluit
    10. Achteraf in twijfel trekken van representativiteit
        a. Luister altijd naar inbreng en leg uit wat je er mee doet, maar vooral wees dit voor, door goede voorbereiding en uitvoering hele proces

    Conclusies
    Erken ieders rol, besef dat machtsverschillen, spanningen en conflicten onvermijdelijk onderdeel zijn van proces