Mythe noodzaak private economie voor publieke voorzieningen

Economie gaat over wat we allemaal met elkaar produceren en communiceren. Dat kan via markt, publiek of gemeenschappelijk(corporaties e.d.). Elke verdeling is in principe mogelijk. Het zijn politieke keuzes welke producten en diensten worden geleverd  door markt, publiek of gemeenschappelijk. Het is dus onzin te beweren dat de markt en zijn groei nodig is om de publieke voorzieningen te betalen. Bij de politieke keuzes speelt ook mee welke verwachtingen we hebben via welke weg het efficiëntst en goedkoop te produceren valt. Naast efficiëntie en prijs speelt ook de toegankelijkheid en bereikbaar voor iedereen een rol. Keuzes zijn en blijven politiek.

Ter adstructie 2 vereenvoudigde schema’s met verdeling tussen privaat en publiek met belastingpercentage. Let op: ‘belasting’ is niets meer en niets minder dan de prijs die we betalen voor de publieke goederen en diensten, het is dus niet geld wat je ‘kwijt’ bent. We besteden het alleen anders.

Bruto Nationaal Inkomen is gelijk aan Bruto Nationaal Product. Belasting wordt geheven over heel Bruto Nationaal Inkomen, want de publiek gefinancierde ambtenaren betalen ook belasting over hun inkomen.

Dus het is maar waar we voor kiezen.

Ook groei laten zich verschillend zien als we ook uren en uurloon toevoegen.

Stel dat private lonen hoger zijn dan publieke lonen en dat men kiest om in private economie minder uren te maken want hoger loon dan in publieke economie. Dan zie je dat bij verschuiving van 50-50 naar 40-60 in dit vereenvoudigd schema bij gelijkblijvende economie in euro’s er een groei is in productie in uren. Het is dus maar welke productie we willen. Door keuzes m.b.t. belastingpercentage stuur je dus productie.

Witte en zwarte zwanen in 2024

Welke witte en/of zwarte zwanen gaan we zien in 2024? Ze kunnen komen van optreden en acties van individuen, groepen of overheden, van verkiezingen, van innovaties, van technologische doorbraken, van tipping points in klimaat en natuur en vanuit andere hoeken. Ze gaan de richting bepalen op vele gebieden.

Algemeen: gaan we door met wij-zij polarisatie, zondebok- en vijanddenken, demoniseren e.d. of komen we echt in gesprek en ontstaat een nieuw bindend verhaal?

bestuur
Binnenlands bestuur: maakt het overheidsapparaat de draai naar versimpeling en betrouwbaarheid naar burgers of blijft het gevangen in korte termijn technocratische oplossingsmethoden, probleem voor probleem zonder integrale visie en doordenking lange termijn consequenties?

Buitenland: gaan autocratische leiders en regiems, al dan niet via verkiezingen, de democratieën overnemen of domineren, en gaan de oorlogen en risicogebieden zoals Oekraïne, Midden Oosten, Korea, Taiwan verder ontsporen of keert het geopolitieke tij en vinden we vreedzame co-existentie?

Justitie en Veiligheid: komen liberale rechten van minderheden verder onder druk of niet, gaat zware misdaad democratisch bestuur verder uithollen of houdt het recht stand?

profit
Financiën: komt er schuldenimplosie, valutaoorlog en stort financieel systeem in of kan rust en stabiliteit bewaard blijven op weg naar een andere financiële orde?

Economie: gaat transitie m.b.t. energie, circulariteit en grondstoffen versnellen of blijft het te traag?

Sociale zaken: gaan de inkomens en vermogensverschillen verder toenemen of komt er uitweg naar bredere bestaanszekerheid en welvaartsverdeling?

people
Onderwijs en wetenschappen: kan kwaliteit onderwijs weer gaan verbeteren of blijft het afkalven?

Gezondheidszorg: vinden we draai in benadering van gezondheid en gezondheidszorg of wordt het bodemloze put met blijvende tekorten?

Kunst en Cultuur: gaan we waarde, kracht en betekenis van kunst en cultuur meer ruimte geven of gaan we verdere afbraak zien?

planet
Defensie en grenzen: kunnen we veiligheid van woon en leefgebieden (ook digitaal) waar ook ter wereld waarborgen en defensiecapaciteit herstellen of blijven we kwetsbaar?

Wonen en infrastructuur: kunnen we tekorten en achterstand wegwerken o.b.v. lange termijn ruimtelijke orde visie of blijven we hangen in korte termijn ad hoc beleid die geen resultaat oplevert?

Natuur, milieu en voedsel: pakken we door met aanpak van klimaat, biodiversiteit en voedselveiligheid of modderen we door zonder echte keuzes te maken?

Het pad der ervaring ligt nergens vast, noch voor individu noch voor maatschappij. Het loopt niet automatisch goed af. Dus de uitkomst wordt niet bepaald door natuurwetten, het universum of voorzienigheid of wat dan ook, slechts de keuzes die elk individu maakt zal de richting bepalen.
Voor ieder beste wensen en veel wijsheid en kracht in 2024.

EN-EN-EN migratie aanpak

Nu het soms lijkt, dat migratie het grootste en belangrijkste vraagstuk is van de maatschappij en politiek.

 

Voor een evenwichtige aanpak van het migratievraagstuk is het noodzakelijk 3 invalshoeken TEGELIJK te benaderen.

En voor alle soorten migranten apart (vluchteling, arbeidsmigrant en student) en ook tezamen.

 

De invalshoeken:

  1. De vluchteling/arbeidsmigrant/student, die zo vrij mogelijk wil reizen naar gekozen bestemming.
  2. De gemeenschappen, die instroom willen begrenzen om hun eigen cultuur en welvaart zo veel mogelijk te behouden en te beschermen.
  3. De bestuurlijke orde, die de lusten en lasten van het vraagstuk zo eerlijk mogelijk willen verdelen en doen toekomen aan de verschillende samenwerkende bestuurseenheden. Zowel globaal, op EU niveau als nationaal.

 

Al deze 3 behoeftes zijn op zich volstrekt legitiem, maar bij democratische besluiten gaat het altijd om maatvoering en verhoudingen en nooit om eenzijdig bevredigen van behoeftes.

 

Dit moet leiden tot een COMPLETE set aan maatregelen:

  1. Toelatingsregels voor vluchteling/arbeidsmigrant/student: wie en onder welke voorwaarde kan worden toegelaten?
  2. Absorptievermogen en bereidheid tot opname vluchteling/arbeidsmigrant/student: hoeveel kan worden opgenomen en welke voorzieningen moeten daarvoor worden ingericht?
  3. Spreidingsregels voor verdelen vluchteling/arbeidsmigrant/student over de bestuurlijke eenheden: wat is eerlijke verdeling , zodat lusten en lasten gelijkelijk worden verdeeld naar ieders vermogen?

 

Bij bepaling van keuzes is het goed de volgende spiegelvragen in gedachten te houden (gemakzuchtige en incomplete stellingname komt voor in  hele politieke spectrum):

  1. Als jezelf vluchteling/arbeidsmigrant/student zou zijn, welke regels zou je dan accepteren?
  2. Als je eigen persoonlijke leefomgeving (huis, straat, wijk) wordt geraakt door instroom, hoeveel en welke instroom vindt je dan acceptabel en draagbaar?
  3. Als je kijkt vanuit je eigen bestuurlijke eenheid naar andere bestuurlijke eenheden (wijk, gemeentes, regio’s, landen, unies) hoeveel is dan je eigen eerlijke bijdrage?  

 

Misschien moeten 3 kleinere partijen het voortouw nemen in deze discussie, die vanwege hun omvang geen last hoeven te hebben van neiging tot het spelen van een machtsspel voor een uitruil coalitieakkoord. 

  1. CU
  2. JA21
  3. Volt

 

Ben reuze benieuwd waar ze mee zouden komen, als ze bereid zijn om de set maatregelen ECHT TEGELIJK COMPLEET te maken naar de 3 INVALSHOEKEN. En het zou mooi zijn als ze dit in januari 2024 samen voorstel maken. Ze zitten toch in een wachtstand.

 

De huidige politieke verwarring is mede het gevolg van het feit, dat dit principe van TEGELIJK complete set bepalen, niet is gevolgd. Spreidingswet nu wel behandelen is noodzaak om goed om te gaan met huidige set aan maatregelen en regels. Dus inhaalactie.

 

En: is laatste akkoord EU wel compleet naar de invalshoeken?

De grootste worden

Even in historisch perspectief

                                                                                         TK 1982               TK 2021               juli 2023

D’66+Volt+PvdA+GL+SP+PvdD+Bij1+Denk            62                         63                         62         

(Of voorgangers zoals PSP, PPR en CPN)

 

Dit segment van politiek spectrum is dus decennia lang verbazend stabiel in omvang. Zoals D’66 in dit segment profiteerde in TK 2021 hoopt dus nu PvdA+GL naar grootste te groeien.

Buiten dit segment mag PvdA+GL volgens mij weinig kiezers verwachten.

Ook binnen dit segment heb ik mijn twijfels, bij laatste peiling is D’66 al zijn eerdere winst kwijt en de anderen zoals PvdD, SP gaan niet zo snel naar andere partij.

 

En bovendien het zou niet moeten gaan over wie de grootste wordt, maar wie verbinding kan leggen over hele spectrum heen. Den Uil heeft tot eigen frustratie ook meegemaakt dat de grootste zijn niet betekent dat je in regering komt.

 

Het moet anders

Anders, het moet dus anders.

 

Anders, het moet dus anders. Het kan je niet ontgaan: de stapeling aan crisissen en vele gevoelens van  onvrede. Maar ook de golf aan veranderingen als gevolg van de technologie en innovaties.

 

 

Het kan ook anders en het gaat ook anders of we het nu willen of niet. Alleen laten we het gebeuren en lopen we van crisis naar crisis en hopen we dat in het krachtenspel van een crisis de goede stappen worden genomen of zetten we stabiele en consistente koers uit maar die wel meebeweegt met nieuwe inzichten en omstandigheden. Een koers die zich vooral richt op waardes en doelstellingen en niet gehecht is aan specifieke oplossingen. Oplossingen komen en gaan en blijken soms net weer iets anders te werken dan gehoopt of verwacht of de omstandigheden zijn weer gewijzigd. 

En ook gaat het om fundamentele veranderingen, want bijsturen, bijstellen of hervormen is niet genoeg. Het bestaand fundament is kapot, dus herontwerp, kanteling of omwenteling is nodig. 

 

Grote veranderingen in de geschiedenis kwamen altijd van onderop en dat zal nu ook weer gebeuren en is al zichtbaar in de vele burgerinitiatieven. Maar liever geen gewelddadige omwenteling en niet met  disruptieve chaos, dan ligt kaping door enkelingen van de verandering en zijn voordelen (met name macht en rijkdom) weer op de loer. Beter is loskomen van huidige structuren van onderop.

 

Hiervoor is ook nodig dat de polarisatie wordt omgekeerd. Deze polarisatie heeft bij alle stromingen zelfde ondergrond in het besef dat het fundamenteel anders moet dan nu en dat besef geeft ook angst voor de onbekende toekomst. Ook hier moeten we niet direct gevecht aangaan over oplossingen, maar eerst de angst bij ander herkennen en erkennen. Deze angst zit vaak verstopt  achter de woede en frustratie die wordt getoond.

 

Om deze veranderingen mogelijk te maken is het effectiever als partijen en stromingen niet elkaar doodgooien met eigen lijstjes van oplossingen, maar samen doelstellingdromen smeden waarin droom van iedere stroming in terugkomt en pas daarna gezamenlijk naar palet van oplossingen wordt gezocht. Ik wil als kiezer niet stemmen op programmalijstjes met allerlei prachtige oplossingsvoorstellen, waarvan ik weet dat die binnen korte tijd  alweer achterhaald zijn door veranderde omstandigheden of nieuwe inzichten.

 

Beter is een politiek te voeren waarbij niemand wordt uitgesloten op voorhand, maar ook niet alles accepteren, dus wel voorwaarden stellen op uitgangspunten m.b.t. waarden en filosofie waarop maatschappij kan gedijen. En voorkomt dat we weer naar andere extreem doorschieten.

Formatie en zetelverdeling

Naar aanleiding van opstelling VVD en CDA in formatie.

Wat ze feitelijk zeggen

PvdA of GL moet meedoen aan VVD/CDA/D’66 kabinet en telt dan voor 9 zetels op 82 mee, dus ongeveer voor 1/10 invloed

Terwijl PvdA/+GL+PvdD+SP+Denk 36 zetels hebben dus invloed van ongeveer ¼ is rechtmatig.

Zie hier het foei verderfelijk systeem van 50+1 coalitievorming.

 

De machtsstrijd bij formatie even in getallen en verhoudingen.
In kamer zijn 5 hoofdstromingen te onderkennen en hebben als weging:
Partijcluster                           Stroming label
FvD/PVV/JA21/van Hage  28 is 19%. ‘Populisten’
VVD                                        34 is 22%. ‘Liberalen’
CDA/SGP/CU/BBB/Haan   25 is 17%. ‘Confessionelen’
D’66/Volt                              27 is 18%. ‘Democraten’
PvdA/GL/SP/Denk/Bij1     36 is 24%. ‘Socialen’

Als we dan even kijken naar de varianten die genoemd worden in discussie 1 of 2 ‘linkse’ partijen, dan geeft het volgende beeld:
VVD    34   41%
CDA    15   18%
D’66    24   29%
PvdA     9   11%
Totaal   82

VVD    34    38%
CDA    15    17%
D’66    24    27%
PvdA     9    10%
GL        8     9%
Totaal 90

En dan zie je het volgende:
In beide varianten heeft VVD veel meer gewichtsinvloed dan aandeel in kamerzetels zou rechtvaardigen. Zelfde geldt in iets mindere mate voor D’66. CDA heeft gewichtsinvloed gelijk aan aandeel ‘confessionelen’ stroming op basis van kamerzetels. Maar aan PvdA en GL wordt gevraagd een veel kleiner gewichtsinvloed te accepteren dan op basis van zetelaantallen sociale stroming zou gelden. En aan ‘populistische’ stroming wordt helemaal niets gevraagd.
Zie hier de verderfelijke praktijk van de 50+1 doctrine.

 

Discriminatie en racisme

Discriminatie en racisme

 

Vraagt iemand zich wel eens af waarom voor een gesprek over racisme voor de debatvorm wordt gekozen? Wat was het doel van het gesprek en welk gespreksvorm past daarbij?

Ging het over inzichtelijk maken welke vormen en gebeurtenissen onder definitie racisme kunnen vallen? Dan is verhalende gespreksvorm geëigend, waarbij verhalen naast elkaar worden gelegd om plaatje zo compleet mogelijk te maken.

Ging het over emoties en gevoelens? Dat is hart tot hart gesprek geëigend, de technieken van geweldloos communiceren geeft daar dan goede handvatten voor.

Ging het om verklaringen en theorieën waarom en wanneer racisme is gegroeid en zich manifesteert? Dan is debat nuttig, mits het niet onmiddellijk gericht is op wie gelijk heeft en je er een wedstrijd van maakt, maar om inzicht te vergroten hoe racisme ontstaat en groeit. (Overigens: het doel van een wedstrijd is NIET winnen of verliezen , maar geven van mogelijkheid aan alle deelnemers om zich te verbeteren)

Ging het om oordelen, wat is ‘goed/veel/prachtig etc.’ of ‘fout/weinig/lelijk etc.’ en welke consequenties moet dat krijgen. Dan is dialoog geëigend, zodat inzicht ontstaat wat ieders waardenpalet en motieven zijn, die naast elkaar kunnen bestaan.

Welke keuzes hebben de  organisatoren van deze gesprekken hier gemaakt en was dat voor alle deelnemers van te voren duidelijk?

 

Discrimineren betekent letterlijk onderscheiden.

Discriminatie is als je verder gaat dan simpel onderscheiden. Als je conclusies, associaties, oordelen, voorkeuren verbindt aan een persoon omdat die een bepaald kenmerk heeft en tot een groep behoort. Racisme is dan een vorm van discriminatie waarbij o.b.v. raskenmerk allerlei associaties, oordelen, voorkeuren ed. worden gemaakt. De oplossing om discriminatie te vermijden is eigenlijk simpel: beoordeel alleen gedrag en niet de persoon en al helemaal niet een groep. Zodra we gedrag of kwaliteiten veronderstellen omdat iemand tot een groep behoort zijn we direct al fout bezig. Het kan zo zijn dat binnen een groep een bepaald gedrag of kwaliteit vaak of weinig voorkomt, maar vermijd dat je automatisch dit toedicht aan alle personen met zelfde kenmerk. Elk persoon verdient het persoonlijk beoordeelt te worden op zijn gedrag en/of uitspraken en niet omdat hij tot groep behoort. Als je al een groepsduiding wil maken doe dan dit op een enkel kenmerk, bv. mensen die pindakaas eten. Ga niet verder eigenschappen toedichten aan die mensen om een groepsdefinitie te maken.

Maar tegelijk is het legitiem om je eigen gedrag op verwachtingen te baseren, als een bepaald gedrag veel voorkomt in een groep met een bepaald kenmerk, dan kan je je actie wel daar van laten afhangen, zolang je maar actie of oordeel niet richt op een persoon omdat hij toevallig in de groepsdefinitie valt. Als je supporters in een trein vermijd door niet in te stappen omdat je weet dat vaak door supporters veel lawaai wordt gemaakt, is dat legitiem. Maar verbindt hier verder geen conclusies aan of oordelen over individuele supporters.

En als wordt geoordeeld dat bepaald gedrag discriminatie is of gedrag dat discriminatie mogelijk heeft gemaakt, dan moet de schuld of verantwoordelijkheid komen te liggen bij diegene die dat gedrag toont en niet bij een groep met een bepaald kenmerk wat niet het gedrag weerspiegelt.

Je kan dus nooit persoonlijk verantwoordelijk of schuldig worden gehouden omdat je qua kenmerken tot een groep behoort. Alleen als je eigen gedrag daartoe aanleiding geeft kan je persoonlijk schuldig of verantwoordelijk worden gehouden.

Tegelijk kan een maatschappij ervoor kiezen tot  schulderkenning of verantwoordelijkheidserkenning omdat discriminerend gedrag veel is voorgekomen in deze maatschappij en niet voldoende onderkend is en niet is tegengegaan. Ook hier gaat het dus om het getoonde gedrag van de maatschappij en niet om een kenmerk van maatschappijleden. Het is dus geen persoonlijke schuldbekentenis van de individuele maatschappijleden, maar een collectieve van de maatschappij.

Belasting, het ultieme frame woord

Wanneer stoppen we met ‘Belasting’ als ultiem framewoord te gebruiken.

‘Belasting’ is niets anders dan de prijs voor overheidsdiensten (met onderwijs, gezondheidszorg, sociale zekerheid, politie, defensie, weg en water infrastructuur heb je al meer dan 80% van de overheidsuitgaven). Dit ‘belasting’ noemen is een framewoord, als je de bakker voor brood betaalt, noem je dat ook geen belasting, maar prijs voor brood. Of als je betaalt voor verzekeringspremie voor ziektekosten, inkomensverzekering, pensioen, auto of huis. Zo betaal je ook prijs voor publieke diensten.

Als er dus geroepen wordt ‘de lasten moeten omlaag, zodat mensen meer besteedbaar geld overhouden’, dan zegt men feitelijk: we willen meer besteden aan private marktproducten en diensten en minder aan publieke diensten. Koopkracht is dus niet het netto inkomen na belasting, maar het bruto inkomen, wat we dus besteden aan private en publieke goederen en diensten.

Minder belasting is minder overheidsuitgaven kan alleen als we kiezen voor:

  1. Of in omvang minder publieke diensten
  2. Of publieke diensten goedkoper maken door bv. lagere beloning of door efficiëntie maatregelen
  3. Of als publieke diensten effectiever worden, zodat bij mindere omvang zelfde effect wordt bereikt
  4. Of als we kwaliteit verlagen van de dienstverlening, waardoor het goedkoper wordt

De punten 2 t/m 3 zijn of onwenselijk of vragen eerst substantiële inspanning en zijn niet vanzelfsprekend in te boeken. Er zou dan daarover ook expliciet gerapporteerd moeten worden en niet alleen ‘we hebben minder uitgegeven aan…’, maar wat is effect daarvan.

En ook is er nog het volgende effect mogelijk. Bij verlagen belasting verschuift vaak de betaling alleen maar van publiek naar privaat, bv mindere zorg met meer eigen bijdragen, dan komt het uit ‘netto’ -inkomensdeel en schiet men er per saldo niets mee op. Bovendien is maar de vraag of verschuiving van publiek naar privaat wel leidt tot goedkoper en beter en voor wie dit dan geldt.

Bovendien is  er juist roep om lonen zorg, politie, onderwijs te verhogen en dat kan alleen omhoog, als we bereid zijn tot andere inkomenspolitiek, geen voorrang aan ‘lastenverlichting’ zodat we meer geld overhouden, maar eerlijke prijs betalen voor publieke diensten, ook als dat betekent dat we minder geld overhouden voor marktproducten.

Het gaat dus om fundamenteel anders kijken naar en benoemen van ‘belasting’ of ‘overheidsuitgaven’ en bewust prioriteren van onze consumenten wensen voor publieke- versus marktproducten en diensten. De ‘belastingdruk’ is het resultaat van onze totale consumenten wensen, dus daar zou politieke debat over moeten gaan: welke diensten willen we in welke omvang met welke kwaliteit en dus niet ‘de lasten moeten omlaag’, dat kan nooit doel op zich zijn.

Laten we dus discussie zuiver houden.