Gebruikmakend van het model van de drie drijvende krachten kan je de politieke stromingen weergeven met liberaal voor vrijheid als hoofddrijfveer, sociaal voor gelijkheid en communaal voor broederschap. Het woord communaal genomen in zoektocht naar vergelijkbare term als liberaal en sociaal. Ik gebruik bewust niet het woord conservatief. Conservatisme betekent behoedzaam opereren, vasthouden aan wat zich als waardevol heeft bewezen en niet alles overboord gooien vanuit een ideaal van een ‘betere’ wereld. Het is namelijk tijdsafhankelijk welke stroming zich conservatief gedraagt. Het liberalisme was in de 19e eeuw overduidelijk progressief, maar het liberalisme dat vasthoud aan dogma’s is conservatief. Zo kan je dat ook voor het socialisme duiden, dat in 20e eeuw progressief was, maar het socialisme dat vasthoud aan dogma’s is conservatief. En ook voor het communale, dat in 19e eeuw met de in hiërarchie doorgeschoten gemeenschap te conservatief was met de adel en kerk, maar in 21e eeuw de progressieve kracht is?

Op de site van Ballonnenprikker staat aardige beschouwing van vrijheid, gelijkheid en broederschap in het Nederlandse politieke landschap.

De drie drijvende krachten worden in volgende plaatje weergegeven.

Het plaatje is nog verder uit te breiden met betekenis geven aan positie in het veld: in de binnen cirkel of de buitencirkel.

Tegenover de balans of harmonie, dat in centrum is getekend, staan de extremen, die voorkomen bij alle 3 hoofdstromingen, zichtbaar in de valkuilen die dan in extremen worden nagestreefd. Herkenbaar als de woorden nooit en/of altijd worden gebruikt. Bv:  je moet altijd aan normen groep gehoorzamen, groei is altijd goed, je moet altijd vrij zijn in je doen en laten, je hebt altijd recht op .., je mag nooit discrimineren/onderscheid maken, etc.. Dit is zichtbaar te maken in de cirkel van nooit en altijd.

In of bij de buitencirkel vindt je de neo romantici, neo liberalen, neo con’s.

Je kan de tegenstelling van centrum en het gebied van nooit en altijd ook duiden door de termen macht en kracht te gebruiken. Van buiten naar binnen bewegen is in kracht komen op weg naar ultieme situatie in het centrum of balanspunt. Van binnen naar buiten bewegen is macht gebruiken op weg naar absolutisme of fundamentalisme in cirkel van nooit en altijd. Hiermee loopt gelijk hoe je naar de ander kijkt: binnen positie is ‘zie  de ander als jij in andere gedaante’ terwijl buiten de positie is ‘zie de ander als je vijand, die je moet verslaan’.

Ieders positie en/of politieke partij kan je bepalen door bepaalde vragen te stellen, zowel van jezelf als hoe jij ander ziet.

Vragen als:

Waar vindt je dat balans nu is of hoever uit balans? Is er tekort vrijheid of gelijkheid/rechtvaardigheid of samenhorigheid/veiligheid?

Iedereen heeft zijn eigen beeld van wat de balans is en op het veld staat iedereen en het veld staat altijd vol. Dit is erkenning dat alle mensen verschillend zijn en het illusie is om te denken dat “iedereen” zelfde opvatting of stroming zou kunnen gaan hebben.

Als je de huidige politieke partijen probeert te plotten dan kan het er zo uitzien. (bij goed peilen kan dit zuiverder worden gedaan.)

Het politieke speelveld kan verder weer gespecificeerd door vragen te stellen op de assen van de drie invalshoeken, waardoor je de tegenstellingen zichtbaar kan maken, waarbij je de beperkte rechts-links tegenstelling kan overstijgen.

  1. Kapitaal-arbeid: vrije markt kapitalisme vs socialisme (economisch rechts-links)
  2. Bijzonder-openbaar: groepen onderscheiden zich vs iedereen gelijk
  3. Individueel-corporatief: eigen individuele organisatie vs corporatieve organisatie
  4. Nationaal-internationaal: landswetten vs internationale wetten (ook de culturele as: eigenheid vs anti discriminatie)
  5. Persoonlijk-groep: persoonlijk geweten vs groepsgeweten (religie)
  6. Libertair-overheid: geen overheid vs sterke en grote overheid
  7. Binnen-buiten: stapsgewijze bijsturing vs fundamentele kanteling

En allemaal tezamen:

Als een stroming overheersend wordt, dan ontstaat altijd tegenbeweging. En in de tijd gezien lijkt het alsof het evenwicht altijd weer wordt opgezocht. Zo kan je in de Nederlandse politiek zien, dat de stromingen en hun vertegenwoordigende partijen in omvang niet veel verschuiven door de tijd, maar er is wel beweging van binnen naar buiten en vice versa. Als teken dat meer fundamentele koerswijziging gevraagd wordt.

Zie 1982-2002-2017-2019-2021 plaatjes met toevoeging NSC 2023

 

 

 

 

Samenvattend: Iedereen heeft zijn eigen beeld van wat de balans is en op het veld staat iedereen en het veld staat altijd vol. Dit is erkenning dat alle mensen verschillend zijn en het illusie is om te denken dat “iedereen” zelfde opvatting of stroming zou kunnen gaan hebben en/of zelfde visie hebben in welke mate er balans is. In ieder mens zelf is deze driestrijd namelijk ook aanwezig.

Voor ‘goed’ bestuur heb je alle (drie) politieke stromingen/politieke menstypes nodig net als bij de  optimist, pessimist en realist. Een optimist alleen gelaten loopt op gegeven moment in zijn overmoed in ravijn, de pessimist alleen gelaten komt van angst niet van zijn plaats en de realist alleen gelaten zwerft doelloos heen en weer. Pas als de visie en moed van optimist gecombineerd wordt met voorzichtigheid en kijk op risico’s van de pessimist en de afweging naar haalbare stappen van de realist, dan komt het geheel echt verder en gedijt de maatschappij.